Een Wiener Schnitzel is een traditioneel Oostenrijks gerecht dat bestaat uit een dunne plak kalfsvlees, die gepaneerd en goudbruin gefrituurd of gebakken wordt. Het gerecht is beroemd om zijn knapperige korst en malse vlees en wordt meestal geserveerd met een partje citroen en bijgerechten zoals een aardappelsalade.
Dit gerecht komt uit Oostenrijk en wordt gezien als een van de nationale gerechten van het land, vooral populair in Wenen. Hoewel er verschillende theorieën zijn over de oorsprong, zoals dat het recept in de 19e eeuw vanuit Italië werd geïntroduceerd, blijft de Wiener Schnitzel een iconisch deel van de Oostenrijkse keuken. Traditioneel wordt kalfsvlees gebruikt, maar er zijn ook varianten met varkensvlees, kip of kalkoen.
Samengevat is de Wiener Schnitzel een eenvoudig maar heerlijk gerecht dat wereldwijd bekend en geliefd is.
Hier is een recept voor Wiener Schnitzel voor twee personen, inclusief een gepaneerde en een ongepaneerde variant. Mocht je al een gepaneerde schnitzel hebben kan je de stappen voor het paneren overslaan in dit recept.
Ingrediënten Wiener Schnitzel
Voor beide varianten:
2 kalfsschnitzels (ongeveer 150-200 gram per stuk)
Zout en peper
50 gram boter
50 ml plantaardige olie (zoals zonnebloemolie)
1 citroen, in partjes gesneden
Peterselie, fijngehakt (optioneel)
Voor de gepaneerde variant:
50 gram bloem
1 ei
75 gram paneermeel
Bereidingswijze
Voorbereiding van de schnitzels (10 minuten):
Leg de kalfsschnitzels tussen twee vellen plasticfolie of bakpapier en sla ze voorzichtig plat met een vleeshamer of de achterkant van een koekenpan tot ze ongeveer 0,5 cm dik zijn.
Kruid beide zijden van de schnitzels licht met zout en peper.
Gepaneerde Wiener Schnitzel
Paneren voorbereiden (5 minuten):
Zet drie ondiepe borden klaar: één met bloem, één met het losgeklopte ei, en één met het paneermeel.
Haal één van de schnitzels eerst door de bloem, zorg ervoor dat het gelijkmatig bedekt is en schud het overtollige bloem eraf.
Doop de bebloemde schnitzel in het ei, laat het overtollige ei eraf druipen.
Bedek de schnitzel gelijkmatig met paneermeel, druk het paneermeel lichtjes aan zodat het goed blijft plakken.
Schnitzel bakken (10 minuten):
Verhit de helft van de boter en plantaardige olie in een grote koekenpan op middelhoog vuur. De olie en boter moeten heet zijn maar niet roken.
Bak de gepaneerde schnitzel ongeveer 3-4 minuten per kant, tot hij goudbruin en krokant is. Zorg ervoor dat je de schnitzel niet te vaak beweegt, zodat de paneerlaag intact blijft.
Laat de gebakken schnitzel uitlekken op keukenpapier om overtollig vet te verwijderen.
Ongepaneerde schnitzel bakken (10 minuten):
Verhit de resterende boter en plantaardige olie in dezelfde koekenpan op middelhoog vuur.
Bak de ongepaneerde schnitzel ongeveer 3-4 minuten per kant, tot hij mooi goudbruin is. Omdat er geen paneerlaag is, kun je de schnitzel iets vaker bewegen om gelijkmatig te bakken.
Laat de gebakken schnitzel uitlekken op keukenpapier om overtollig vet te verwijderen.
Serveren
Serveer beide Wiener Schnitzels onmiddellijk, gegarneerd met partjes citroen. Knijp het citroensap over de schnitzels vlak voor het eten voor extra smaak.
Optioneel: Bestrooi met fijngehakte peterselie.
Totale Bereidingstijd
Voorbereiding: 15 minuten
Kooktijd: 20 minuten (10 minuten per schnitzel)
Totale Tijd: 35 minuten
Serveertips
Traditioneel worden Wiener Schnitzels geserveerd met aardappelsalade (Kartoffelsalat), komkommersalade, of peterselieaardappelen.
Een frisse groene salade of groenten zoals groene erwten of wortelen passen er ook goed bij.
