Zomers kun je volop pruimen verkrijgen en daar kun je meest geweldige pruimenvlaai mee maken. De pruimen uit onze boomgaard zijn onbespoten en daarom zitten er her en der wel eens wat wormpjes in. Ik snijd ze daarom altijd open, haal de pit eruit en check ze op deze ongewenste gasten. Daar ben je even zoet mee. Eindresultaat is echter een grote bak vol met stukjes pruim die overheerlijk friszoet smaken en perfect zijn om taartmoes van te koken. Met die taartmoes maak je de pruimenvlaai, die je kunt serveren op een zomerse avond na een BBQ of gewoon lekker ‘s ochtends bij de koffie.
Ingrediënten
- Voor de taartbodem heb je nodig:
- 300 gram bloem
- 15 gram verse gist
- 1 dl lauwe volle melk
- 30 gram roomboter, kamertemperatuur
- 30 gram kristalsuiker
- 2 eieren
- 1/4 theelepel zout
- Voor de taartvulling heb je nodig banketbakkersroom en pruimenmoes:
- Banketbakkersroom:
- 3 eetlepels bloem
- 4 eidooiers
- 150 gram kristalsuiker
- 30 gram vanillesuiker
- 1 vanillestokje
- 500 ml volle melk
- Pruimenmoes:
- 1 kilo opaalpruimen ontpit en in stukjes
- 5 eetlepels geleisuiker
Bereiding
Doe de ontpitte en in stukjes gesneden pruimen in een pannetje en voeg 5 eetlepels geleisuiker toe. Zet op een laag vuur en kook de pruimen langzaam tot moes. Laat vervolgens afkoelen. Terwijl de pruimen op staan begin je met het deeg.
Maak de melk lauwwarm en voeg het gist toe, roer goed door tot alle gist is opgelost. Zeef het meel in een ruime kom, vermeng met de suiker en en maak er een kuiltje in. Giet in het kuilje de gist/melkoplossing en laat vervolgens tien minuten afgedekt onder een vochtige theedoek staan. Kneed vervolgens alles goed door elkaar en voeg de boter en 1 ei toe en voeg tot slot het zout toe. Blijf goed kneden. Het deeg is wat klef aan je handen maar laat uiteindelijk na een minuut op 10 kneden vanzelf los. Je hebt dan mooie bal met deeg. Die bal leg je in een schaal en dek je weer af met een vochtige theedoek. Laat het deeg een half uur rijzen.
Maak vervolgens de banketbakkersroom. Dat is heel eenvoudig. Doe de helft van de melk met de kristalsuiker en de vanillesuiker in een pannetje en zet op een middelhoog vuur. Schraap het merg uit het vanillestokje en doe in de melk. Laat ook het leeggeschraapte stokje even meetrekken. Breng de melk aan de kook en zet het vuur vervolgens zacht. Meng de eidooiers goed met de resterende nog koude melk en voeg daar ook de drie eetlepels meel aan toe. Roer goed doorelkaar en giet e.e.a. Vervolgens langzaam bij de warme melk. Breng weer aan de kook en laat het geheel nog ongeveer 2 minuten zachtjes doorkoken. Laat daarna afkoelen.
Denk eraan dat je de room goed afdekt met folie, zo voorkom je dat er een dik vel op komt.
Vet een vlaaibakvorm (26-28cm) goed in en bekleed met het deeg. Het handigst is het om het deeg op je aanracht goed uit te rollen (even iets meel op je aanrecht strooien zodat het niet vastkleeft) en vervolgens op je bakvorm te leggen in de vorm te duwen. Hou 1/4 van het deeg apart, zodat je daar reepjes mee kunt rollen.
Smeer dan de bankbakkersroom op de deegbodem en giet daaroverheen de pruimenmoes. Rol vervolgens dunne reepjes en leg die kruislings op de taart en smeer de reepjes in met het resterende ei dat je even door elkaar hebt geklutst. Zet de taart in een voorverwarmde oven op ongeveer 180 graden. Bak de taart 35-40 minuten. Laat de taart op een rooster afkoelen en als de taart helemaal is afgekoeld kun je de taart serveren. Bestrooi tevoren even met wat poedersuiker.
